Onderdeel van de
VOI©E Governance Code CBO's is een meldprocedure voor het melden van (een vermoeden van) misstanden door medewerkers van een CBO. Een zorgvuldige regeling voor het intern melden van misstanden kan 'klokkenluiden' voorkomen en biedt bescherming aan medewerkers die een melding doen. Daarom bevat de code een
meldregeling vermoeden van een misstand of integriteitsschending, die desgewenst door een CBO kan worden aangepast aan de specifieke omstandigheden.
Met ‘misstand’ wordt in het kader van deze meldregeling bedoeld een integriteitschending waarbij een maatschappelijk belang in het geding is. De regeling is dus niet bedoeld voor zaken als een arbeidsconflict of ongewenste omgangsvormen. Onder een ‘vermoeden van een misstand’ wordt verstaan: een op redelijke gronden gebaseerd vermoeden van:
- een schending van wettelijke voorschriften of beleidsregels;
- een gevaar voor de gezondheid, de veiligheid of het milieu;
- een onbehoorlijke wijze van handelen of nalaten die het goed functioneren van de CBO en/of een maatschappelijk belang in het geding brengt;
- een (dreigende) verspilling van voor rechthebbenden geïncasseerde gelden.
De eerst aangewezen persoon om een vermoeden van een misstand aan te kaarten is natuurlijk de leidinggevende. Immers, als het enigszins kan moeten problemen zo snel mogelijk worden opgelost daar waar ze spelen. Ook kan een melding worden gedaan bij de directie of het bestuur.
Soms kan het bezwaarlijk zijn om de leidinggevende of een directie- of bestuurslid aan te spreken, bijvoorbeeld als deze zelf bij de misstand betrokken is of als de medewerker twijfelt over de ernst van zijn vermoedens. Of het kan zijn dat de medewerker de kwestie eerst vertrouwelijk wil bespreken of dat hij anoniem wil blijven. In dat geval kan de melding ook worden gedaan bij een (interne of externe) vertrouwenspersoon.
Een VP kan een daartoe aangewezen medewerker binnen de organisatie zijn, of een externe vertrouwenspersoon. Combinatie van beiden is ook mogelijk. De VP fungeert als klankbord, vraagbaak en meldpunt voor medewerkers die een vermoeden van een integriteitschending hebben en dit vertrouwelijk willen bespreken. De VP geeft ook gevraagd en ongevraagd advies aan de directie en/of het bestuur over meldingen en beleid ter zake.
Onmiddellijk na ontvangst van de melding wordt een onderzoek gestart onder de verantwoordelijkheid van directie of bestuur. Dit onderzoek dient binnen acht weken uit te monden in een standpunt. Een besluit om geen onderzoek in te stellen moet schriftelijk worden gemotiveerd aan de melder. In dat geval moet de melder worden gewezen op de beroepsmogelijkheid bij de Commissie Integriteit CBO’s, zie hierna.
Voor alle medewerkers van CBO’s die lid zijn van VOI©E is ook een extern meldpunt ingericht: de
Commissie Integriteit CBO’s. Dit meldpunt is ondergebracht bij het
CAOP.
Het meldpunt fungeert als beroepsmogelijkheid als de conclusie van het interne onderzoek voor de medewerker onbevredigend is, als een onderzoek is afgewezen of als er niet binnen de gestelde termijn een intern standpunt is gegeven.
In bijzondere gevallen kan een melding ook onmiddellijk extern worden gedaan:
- bij acuut gevaar;
- bij risico op tegenmaatregelen;
- bij risico op verduistering of vernietiging van bewijsmateriaal;
- eerdere vergeefse interne melding;
- betrokkenheid van directie of bestuur.
NB De normale gang van zaken is dus dat een melding van een misstand eerst intern wordt gedaan. Dat biedt doorgaans de beste kans op een snelle oplossing van het probleem.