De doelstelling van de 25 miljoen cultuursubsidie van OCW aan het Steunfonds Rechtensector is behaald, zo mag worden vastgesteld uit recente onderzoeken. Het geld is direct terecht gekomen bij meer dan 40.000 makers en uitvoerende kunstenaars die daardoor tijdens coronatijden aan het werk konden blijven en nieuw werk hebben gemaakt, zo blijkt ook uit het rapport “De impact van coronasteun voor makers en uitvoerende kunstenaars” van Kantar Public. Ruim acht op de tien begunstigde makers geven aan dat zij hiermee een nieuw publiek hebben bereikt.
Het ministerie van OCW heeft opdracht gegeven voor een evaluatieonderzoek onder leiding van SEO economisch onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van de coronasteunmaatregelen in de cultuursector. Een deel van die steun, in totaal 25 miljoen euro, is in drie tranches ter beschikking gesteld aan het Steunfonds Rechtensector van de Federatie Auteursrechtbelangen, uitgevoerd door zes collectieve beheersorganisaties die eerder uit eigen middelen 5 miljoen euro voor dit fonds hadden bijeengebracht.
VOI©E, verantwoordelijk voor de uitvoering en verantwoording van de subsidie, heeft aan dit onderzoek meegewerkt met een inventarisatie van de resultaten van de eerste twee tranches (de derde loopt nog) en met een onderzoek uitgevoerd door Kantar Public naar de impact van coronasteun voor makers en uitvoerende kunstenaars.
De beschikbare regelingen in de eerste twee tranches van het Steunfonds Rechtensector waren zwaar overvraagd: van de 6.213 aangevraagde projecten konden er 4.015 (65%) worden toegekend. Daarvan hebben ruim 24.000 makers en uitvoerende kunstenaars direct geprofiteerd. Daarnaast heeft deze steun ervoor gezorgd dat de stilgevallen creatieve keten weer in beweging kwam, waardoor ook andere zwaar getroffen kleine zelfstandigen hebben geprofiteerd. Denk bijvoorbeeld aan technici voor apparatuur, beeld, licht en geluid. De meer dan 24.000 makers en uitvoerend kunstenaars zijn via de aan het steunfonds deelnemende CBO’s als volgt verdeeld:
• Componisten en muziektekstschrijvers via Buma/Stemra
• Uitvoerende kunstenaars via Sena en NORMA
• Beeldmakers via Pictoright
• Journalisten, schrijvers en vertalers en scenaristen via Lira
• Film- en tv-regisseurs via NORMA.
De 15 miljoen OCW-subsidie voor de eerste twee tranches is bijna volledig aan makers en uitvoerende kunstenaars ten goede gekomen, minder dan 6% was nodig ter dekking van uitvoeringskosten en onderzoek.
Van deze gelden is ook een samenwerkingsproject tussen de deelnemende CBO’s opgezet, namelijk het door NORMA geëntameerde project
Cultuurexplosie.nu.
Op deze website kunnen makers en uitvoerende kunstenaars hun mede met deze steun tot stand gekomen project presenteren en belangstellenden ontvangen wekelijks de nieuwsbrief “cultuurshots” met het nieuwe aanbod aan gerealiseerde projecten dat binnenkort te zien, te horen of te lezen is.
Alle creatieve projecten die gesteund zijn met gelden uit de derde fase van het Steunfonds Rechtensector zijn inmiddels afgerond. Via de zes deelnemende collectieve beheersorganisaties – BumaStemra, Sena, Pictoright, NORMA, Lira en VEVAM – en hun fondsen voor sociale, culturele en educatieve projecten zijn in de derde fase met de steun van OCW circa achttienduizend makers en uitvoerende kunstenaars bereikt. Dit keer was er bij alle deelfondsen extra aandacht voor jonge, startende makers. Zie ook
dit bericht.
Daarmee komt het totaal aantal makers en uitvoerend kunstenaars, dat in de drie tranches van het Steunfonds Rechtensector in totaal € 25.000.000 cultuursubsidie heeft ontvangen om nieuw werk te maken, op meer dan 40.000!
Hoewel bij zoveel projecten en met het beschikbare bedrag relatief beperkte steun kon worden verleend, de bedragen die aan een project zijn toegekend variëren van € 100 als bijdrage in de productiekosten van een individuele maker tot enkele tienduizenden euro’s voor een grotere muziek- of theaterproductie (gemiddelde € 3.500 per project), was deze steun een belangrijke steun in de rug voor tienduizenden makers en uitvoerende kunstenaars.
Dat blijkt ook uit het rapport “De impact van coronasteun voor makers en uitvoerende kunstenaars” van Kantar Public, het evaluatieonderzoek naar de OCW-steun via het Steunfonds Rechtensector van de Federatie Auteursrechtbelangen dat in opdracht van VOI©E namens de Federatie Auteursrechtbelangen is uitgevoerd.
Uit het onderzoek van Kantar Public onder 1.661 begunstigden blijkt dat de regelingen van de aan het Steunfonds Rechtensector deelnemende CBO-fondsen laagdrempelig werden bevonden en 93% geeft aan dat het geld snel werd uitgekeerd.
Bijna alle begunstigden hebben zich in coronatijden meer met hun beroep bezig kunnen houden door de bijdrage uit het steunfonds en konden zich door de bijdrage blijven ontwikkelen. Dit is terug te zien in de cultuurproductie, waar het OCW ook om te doen was: 85% geeft aan dat ze door de bijdrage uit het steunfonds extra opdrachten of werken gemaakt of uitgevoerd hebben. Deze verhoogde cultuurproductie gaat samen met de ervaring dat er inspiratie is opgedaan voor de ontwikkeling van nieuwe ideeën. Bijna negen op de tien begunstigden heeft door het aangevraagde project nieuwe inspiratie opgedaan. De meerderheid heeft vanwege de bijdrage uit het steunfonds samengewerkt met andere makers en/of uitvoerende kunstenaars en daardoor konden ook weer technici voor beeld, licht en geluid aan het werk worden geholpen. Ook een mooi resultaat is dat ruim acht op de tien begunstigden aangeven dat zij een nieuw publiek hebben bereikt en hun zichtbaarheid hebben vergroot.
De toegevoegde waarde van de inzet van de CBO’s blijkt ook het Kantar-rapport. Er is door de begunstigden weinig gebruik gemaakt van andere vormen van ondersteuning voor cultuurproductie. Ruim driekwart van de begunstigden heeft geen coronasteun ontvangen van een van de Rijkscultuurfondsen. Van de generieke steunmaatregelingen heeft alleen een kleine 60% gebruik kunnen maken van de TOZO-regeling. Zoals voorzien werkt 93% van de begunstigden als zzp’ers in de cultuursector.
Het Steunfonds Rechtensector en de deelnemende CBO’s mogen dan ook met trots terugkijken op deze steunverlening en ook het ministerie van OCW kan tevreden zijn. Hun doel, directe steun aan makers en uitvoerende kunstenaars om nieuw werk te kunnen blijven maken, ondanks de stillegging van vele sectoren door de coronamaatregelen, is behaald. Per project en per maker waren het natuurlijk bescheiden bedragen die niet alles goed konden maken, maar het heeft vele duizenden makers en uitvoerende kunstenaars, voor meer dan 90% zzp'ers waarvan er velen tussen wal en schip vielen, een steun in de rug gegeven om creatieve werken te kunnen blijven maken. De positieve impact was dan ook onevenredig groot, zo wordt ook bevestigd door het onderzoek van Kantar Public.
In het overleg van de voorzitters van de Federatie Auteursrechtbelangen met staatssecretaris Uslu van OCW is vastgesteld dat met de regelingen vanuit het Steunfonds Rechtensector, via de collectieve beheersorganisaties, makers direct konden worden bereikt en doeltreffend en doelmatig ondersteuning kon worden geboden. Ook de Raad voor Cultuur concludeerde in een rapport dat de subsidies vanuit het Steunfonds Rechtensector laagdrempelig waren en als zeer positief werden geëvalueerd.
Hierop is door de CBO’s die aan het Steunfonds hebben deelgenomen in kaart gebracht welke projecten voor directe steun makers en uitvoerende kunstenaars zouden kunnen worden opgepakt, hoeveel geld daarmee gemoeid is, wat de eigen bijdrage daaraan zou kunnen zijn en wat dan ongeveer het bedrag aan te matchen overheidssteun zou moeten zijn om dat mogelijk te maken. Op 5 juli 2023 is aan het ministerie van OCW het “bidbook Follow up Steunfonds Rechtensector” aangeboden. De begroting van alle projecten tezamen komt voor 2024 uit op circa 11,5 miljoen euro, waarvan 4,7 miljoen uit eigen financiering, waarmee (jaarlijks) voor 6,8 miljoen euro aan steun van het ministerie wordt gevraagd.
De reactie van het ministerie is na de zomer uitgesteld totdat een nieuw Kabinet is gevormd.