Toezicht op collectief beheer in Europa onderzocht: Nederland blijkt buitenbeentje

Een door VOI©E uitgevoerd onderzoek naar het toezicht op collectief beheer in Europa bevestigt dat de elders in Europa actieve collectieve beheersorganisaties (cbo’s) een minder in de beleidsvrijheid ingrijpende vorm van toezicht ervaren. Naar de mening van VOI©E is daar ook in Nederland geen aanleiding meer voor en is het voor een gelijk speelveld in Europa van belang dat de Nederlandse wet geen aanvullende bepalingen meer heeft ten opzichte van de Europese richtlijn over het toezicht. Het VOI©E-bestuur ziet in de onderzoeksresultaten voldoende aanleiding voor een herijking van het wettelijk toezichtskader en het toezichtsbeleid en hoopt dan ook dat de wetgever en de Nederlandse toezichthouder, het CvTA, dit op korte termijn samen met VOI©E gaan oppakken.
Via de zusterorganisaties van Nederlandse cbo’s is uit 25 landen in Europa informatie verzameld over de wijze waarop het toezicht is georganiseerd en wordt uitgeoefend. Hoewel het wettelijk kader in hoofdlijnen in Europa hetzelfde is op grond van de Europese richtlijn, blijkt dat de praktijk van toezicht wezenlijk afwijkt.
Zo is er in de meeste landen geen sprake van preventief toezicht. Zelfs niet in de drie landen met de hoogste incasso-opbrengsten, waarmee de Nederlandse cbo’s zich qua concurrentie moeten meten: Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland.
In landen waar wel een vorm van preventief toezicht is, is deze aanzienlijk beperkter dan in Nederland en vaak beperkt tot cbo’s met een wettelijk monopolie. Dit staat in schril contrast met de Nederlandse situatie met preventief toezicht op overeenkomsten, benoemingen van bestuursleden of van leden van toezichthoudende organen of op formats. Als er in andere landen preventief toezicht is, is het of op statuten, of op repartitiereglementen of op (bepaalde) tarieven, maar nooit op al deze besluiten zoals in Nederland voor alle cbo’s geldt. Ook zijn nergens normeringen voor kosten, verdeeltermijnen of bezoldiging aangetroffen. Allemaal zaken die daar tot de beleidsvrijheid van cbo’s horen.

Dat Nederland een buitenbeentje is in Europa qua toezicht zal ongetwijfeld te maken hebben met de onrust in de markt en incidenten die zich in het begin van deze eeuw hebben voorgedaan. Het wettelijk toezicht in de vorm zoals dat nu is, werd toen nodig geacht en heeft ook geholpen om het draagvlak voor collectief beheer te verbeteren.
Uit het in 2024 verschenen rapport 15 jaar VOI©E- de professionalisering van het collectief beheer komt de vraag voort of het wettelijk toezichtskader en het toezichtbeleid van het CvTA nog wel passen bij de huidige sterk verbeterde situatie met een geprofessionaliseerde sector, waarbij de verschillende categorieën rechthebbenden billijk en evenwichtig zijn vertegenwoordigd in het orgaan dat de toezichtfunctie uitoefent.
Met het georganiseerde bedrijfsleven vindt periodiek overleg plaats over de afspraken die zijn vastgelegd in het zogenoemde ‘Onderhandelingsprotocol’. Er is een onafhankelijke geschillenprocedure na niet opgeloste klachten over tarieven of de toepassing daarvan en er is een VOI©E governance code.

Naar de stellige indruk van VOI©E behoren de Nederlandse cbo’s inmiddels tot de meest transparante organisaties in Europa. Daar hebben zelfregulering en het wettelijk toezicht door het CvTA aan bijgedragen.

Het is niet zo dat door de cbo’s geen belang meer wordt gehecht aan wettelijk toezicht. Toezicht draagt bij aan het draagvlak voor collectief beheer onder rechthebbenden en gebruikers. Maar naar de mening van VOI©E is er geen reden meer om de Nederlandse cbo’s onder een strenger en meer in de beleidsvrijheid van de cbo’s ingrijpende vorm van toezicht te plaatsen dan elders in Europa het geval is. Voor een gelijk speelveld in Europa is van belang dat de Nederlandse wet geen aanvullende bepalingen meer heeft ten opzichte van de Europese richtlijn.
Het VOI©E-bestuur ziet in de onderzoeksresultaten voldoende aanleiding voor een herijking van het wettelijk toezichtskader en het toezichtsbeleid en hoopt dan ook dat de wetgever en het CvTA dit samen met VOI©E willen oppakken.
Het VOI©E-bestuur is benieuwd of het nog niet gepubliceerde evaluatierapport over het functioneren van het CvTA, dat de KWINK Groep vorig najaar heeft afgerond, hiertoe nog aanknopingspunten biedt.

De rapportage en de overzichten van de reacties van de buitenlandse cbo’s vindt u hier:

07-03-2025