Blijkens het rapport over 2020 van het CvTA is het collectief beheer nog meer transparant geworden, wordt tijdig uitgekeerd, zijn er nauwelijks klachten van rechthebbenden en betalingsplichtigen en bevindt het gemiddelde kostenpercentage zich ruim beneden de norm. Uiteraard ziet de toezichthouder altijd ruimte voor verdere verbetering.
Uit het
jaarrapport 2020 van het College van Toezicht Auteursrechten blijkt dat de collectieve beheersorganisaties (CBO’s) het weer prima gedaan hebben.
Ook in 2020 blijkt sprake van verdere vooruitgang in de transparantie van CBO’s.
De klachten van rechthebbenden bij alle 21 CBO’s samen zijn op één hand te tellen. In 2020 is in één geschil met een betalingsplichtige uitspraak gedaan door de Geschillencommissie Auteursrechten zakelijk, waarbij de betalingsplichtige in het ongelijk is gesteld.
De kosten en kosten-efficiency van de sector als geheel bevonden zich in 2020, net als in 2019, ruim onder de oude wettelijke norm van 15% ten opzichte van de incasso en de repartitie van de sector als geheel. In 2020 bedroeg het gemiddelde kostenpercentage ten opzichte van de incasso 11,2% en ten opzichte van de repartitie 10,2%.
Wat betreft de toename van beheerskosten ten opzichte van het voorgaande jaar van de sector als geheel bevindt deze zich ruim binnen de norm; de Consumenten Prijs Index (CPI) in 2020 bedroeg 1,3%, terwijl de beheerskosten van de sector als geheel in 2020 slechts met 0,4% toenamen ten opzichte van 2019.
Nagenoeg alle CBO’s slagen er in binnen het jaar 80% of meer uit te keren aan de rechthebbenden.
Hier en daar is er nog een aantal onderdelen dat nog door de betreffende CBO’s op orde gebracht moet worden, maar over het totaalbeeld overheerst tevredenheid bij het College.
08-10-2021